Israël?
Geplaatst op 06-09-2025 in Nieuws
Israël?
Israël is elke dag in het nieuws. Vooral in de media is Israël verworden tot slechts de aanduiding van een staat, haar regeringsbeleid en militair optreden. Dat Israël ook de naam is van een volk, blijft buiten beeld. Waar komt die naam Israël vandaan? Wat zijn de beloften voor Israël, en wat houdt onze verbondenheid met het volk Israël nu in? Dat er ook nu tekenen van hoop zijn, hoor je in de media niet.
Overgenomen uit artikel Kerkblad nr. 16 - 2025
Israël?
Israël is elke dag in het nieuws. De oorlog (strijd op zeven fronten) duurt voort. Het gaat er hard aan toe. Het is verdrietig dat de naam Israël zo’n verwarrende rol speelt. Vooral in de media is Israël verworden tot slechts de aanduiding van een staat, haar regeringsbeleid en militair optreden. Dat Israël ook de naam is van een volk, blijft buiten beeld.
De Naam
In de Bijbel klinkt de naam Israël voor het eerst in Genesis 32:28. Na afloop van zijn strijd met God ontvangt Jakob zijn nieuwe naam: Israël (“God strijdt”) – Gen. 25:26; 27:36.
Als we Jacobs naam voor de tweede keer tegenkomen, wordt deze verbonden met de Here God Zelf. “Hij (Jacob) richtte daar een altaar op en gaf het de naam: De God van Israël is God” (Gen 33:20). De naam “God van Israël” komt ruim 200 keer in de Bijbel voor. Ook de Messias wordt, als Knecht van de Here, bij de naam Israël genoemd (Jes. 49:3).
Israël kent als volk en land niet alleen een belangwekkende (heils)geschiedenis, maar wacht ook nog de vervulling van talloze profetieën en beloften. In de naam Israël is Gods naam opgesloten (el).
De Here belooft op diverse plaatsen in het Oude Testament het volgende: “Ik zal Mijn grote Naam heiligen, die onder de heidenvolken ontheiligd is … en de smaad van Zijn volk wegnemen van heel de aarde” (Ezech. 36:23; Jes. 25:8. Immers, de God van Israël is God.
Verbonden
Als gemeente zijn we onopgeefbaar verbonden met het volk Israël. (PKN kerkorde, Artikel I/1, I/7). Israël is de bron waaruit het christelijk geloof is voortgekomen. Onze verbondenheid met Israël is er niet een van opinie, maar van geloof, vertrouwen en beloften. De verbondenheid van de kerk met het volk Israël is uniek omdat haar fundament, Christus Jezus, niet te verstaan is zonder de verbondsgeschiedenis van God met Israël.
Beloften
Belangrijk om onze aandacht te richten op de beloften die God gegeven heeft. In het eerste Bijbelboek lezen we over dit verbond met Abraham en ‘het zaad van Abraham’, ook ‘volk van Jakob’ geheten en ‘volk van Israël’. Bij dit verbond hoort de specifieke opdracht God te dienen. De Israëlieten krijgen de opdracht om volk van God te zijn. Zijn eigendom (‘oogappel’) en geroepen met de Thora te leven. Israël is geroepen een licht voor de heidenvolken te zijn (Jes. 49). In Genesis 12 vs 2-3 zegt God tegen Abraham, de eerste van het nieuwe volk: ‘Ik zal je tot een groot volk maken. Ik zal je zegenen, Ik zal je aanzien geven, een bron van zegen zul je zijn. Ik zal zegenen wie jou zegenen‘.
Tekenen van hoop
Met alle dagelijkse informatie over de gebeurtenissen in het Midden-Oosten kost het velen moeite om te blijven zien dat Israël Gods teken is in deze wereld. Maar let op – beloften komen tot vervulling. In Israël en de omringende landen werkt God en schijnt het Licht van het evangelie. In Iran groeien de christelijke gemeenten. In Gaza (en Syrië en andere landen) gebeuren wonderen en komen mensen tot geloof. In Israël neemt de belangstelling voor de Bijbel (OT & NT !!) toe. Velen downloaden en lezen De Bijbel (in het Hebreeuws en Arabisch). Deze bemoedigende informatie wordt o.a. aangereikt door ‘Dr. Erez Soref van 'One for Israël' [open link dr. Erez Soref hier] en Joel Rosenberg TBN Israël [open hier de link Joel Rosenberg].
Het is belangrijk om in de kerk steeds te zeggen dat God Zich verbonden heeft aan ‘het kleinste van al de volken (Deut. 7). Liefde voor Zijn volk hoort bij liefde voor God’.
Laten we bidden voor een krachtige doorwerking van het Evangelie. Voor de vrede van Jeruzalem. En dat is dan uiteindelijk ook de zegen voor alle volkeren die de toevlucht nemen tot de Koning der koningen.